vragen

Wanneer ben je beginnen schrijven?
In de lagere school tekende ik al stripverhaaltjes en schreef ik (héél) kleine boekjes over reuzen en dappere reizigers. Als tiener schreef ik vooral gedichten.
Nog later schreef ik toneelstukken voor kinderen en later ook komedies voor volwassenen. Toen pas begon ik aan de jeugdboeken. Wie weet wat er nog allemaal zal volgen…

Waar haal je je inspiratie?
Zo’n beetje overal. Bijvoorbeeld in mensen die ik ontmoet, in de uitspraken die ze doen. Soms ook in een krantenartikel.
De beste manier om op ideeën te komen is er vooral niet naar te zoeken. Beter is volledig niets doen. Dan komen bij mij de ideeën vanzelf. Er speelt dan een soort film in mijn hoofd af. Personages komen op en praten tegen elkaar.

Heb je tips voor jongeren die ook schrijver willen worden?
De beste leerschool is vooral veel lezen. Boeken van allerlei soorten schrijvers. Door veel te lezen ontdek je hoe zinnen gevormd worden, hoe je een verhaal spannend kan maken.
Schrijven kun je leren. Er worden zelfs schrijfcursussen gegeven. Bij ‘Creatief schrijven’ bijvoorbeeld.
Maar de ideeën moet je natuurlijk zelf vinden. Je moet creatief kunnen denken. Maar ook dat is iets wat je volgens mij kunt leren. Als je iets wil verzinnen, moet je vooral niet nadenken, want dat doodt de creativiteit.
Het is ook handig om een verhaal vanuit een ik-persoon te schrijven. Op die manier kun je je beter in dat figuurtje verplaatsen schrijf je veel beter. Daarna kun je eventueel alles omzetten naar ‘hij’ of ‘zij’.
Schrijven vraagt wel talent, maat het vraagt vooral veel oefening. Zelf heb ik veel geleerd van Leen Van den Berg en Beatrijs Peeters, twee sympathieke jeugdauteurs die me allerlei kneepjes van het vak hebben geleerd.

Wat las je zelf graag als kind?
Ik las vooral spannende boeken over indianen  (zoals de boeken van Karl May) of avontuurlijke kinderen (zoals ‘de Vijf’ van Enid Blyton)
Van sprookjes hield ik niet zo. Al die tovenaars of feeën die met wat gewapper van hun toverstokjes de meest onwaarschijnlijke dingen lieten gebeuren, dat vond ik erg teleurstellend.  Ik had het meer voor helden die met veel inspanningen en weinig middelen hun doel bereikten. Pas de laatste jaren ben ik sprookjes gaan waarderen als verhalen vol wijsheid en psychologie. Maar ik vind nog steeds dat je met magie spaarzaam moet omspringen. Een kleine dosis, als een wolkje melk in de thee, zou al genoeg moeten zijn.

Heb je kinderen en houden zij ook van lezen?
Ik heb twee mooie dochters. De jongste, Julie, heeft altijd erg graag gelezen. De oudste, Melanie, leest niet zoveel, maar ze kan wel fantastisch goed tekenen. Zij heeft de tekeningen bij de website ontworpen.

Wat vind je zelf je mooiste boek?
Mijn boeken zijn als mijn kindjes. Ik zie ze allemaal even graag. Er zit ook telkens een hele zoektocht aan vast.

Heb je lievelingspersonages?
Mijn personages leven voor mij echt. Vooral als ik aan het boek bezig ben. Daarna laat ik ze wat los.
Ik verzin niet echt personages. Ze dringen zich zo’n beetje aan me op. Zelfs voor de zogenaamde ‘slechteriken’ heb ik een bepaalde vorm van sympathie.
Er zijn wel een paar personages die een bijzonder plaatsje in mijn hart hebben. Zoals bijvoorbeeld Sjorreltje uit ‘Koning van de daken’. Of zuster Aimée uit ‘Prins van de hel’. Of ook Muse uit ‘Orfeo.’

Hoe kun je je inleven in personages uit vroegere tijden?
In gedachten trek ik een lange, zijden jurk aan en dan word ik gewoon die jonge hofdame aan het Franse hof, zoals Rose in Prins van de Hel. Je inleven in een achttiende-eeuwse castraatzanger, zoals in Orfeo lijkt onmogelijk, want niemand kan vertellen hoe zo iemand zich voelde. Dan moet je je laten leiden door de brieven of dagboeken die zulke mensen ooit hebben geschreven, maar vooral ook door je intuïtie.
Mensen zijn allemaal met elkaar verbonden.  Er zit een stukje van iedereen in elk van ons. Man of vrouw, Europeaan of Aziaat, moderne tiener of zeventiende-eeuwse musketier, het is één grote puzzel en geen enkel stukje staat op zichzelf.

Hoe kom je aan de namen van je personages?
De voornamen zijn vaak heel klassieke namen die in die periode en dat land veel voorkwamen.
Familienamen moeten goed klinken en soms ook iets intrigerends hebben.

Wat zijn je hobby’s?
Mijn grootste hobby is natuurlijk… schrijven!
En ik ben natuurlijk ook dol op lezen, liefst superdikke boeken.
Daarnaast hou ik ook veel van wandelen, dansen, toneel, poppenspel…

Wat betekent het schrijven voor jou?
Voor mij is het vooral dromen op papier zetten. Als ik wat beter kon tekenen zou ik ze misschien uitbeelden.

Zit er een boodschap in je boeken?
Mijn personages zijn niet perfect. Misschien is dat wel de leidraad in mijn verhalen. Ik hou dan ook niet zo van perfectie. Deze tijd van plastische chirurgie waarin iedereen op elkaar en op filmsterren moet lijken, is niet echt aan mij besteed.
Mijn personages zijn vaak mensen in een underdog-positie die blijk geven van grote moed en volharding.

Wat trekt je zo aan in geschiedenis?
Voor mij geen nieuwbouwhuis. Daarin zit geen leven. Ik heb het meer voor het afgebrokkelde muurtje, de geheimzinnige nis of de zolder met oma’s oude liefdesbrieven.
Ik ben zelf ook redelijk antiek. Het liefst van al zou ik me nog met paard en koets verplaatsen en brieven schrijven met een ganzenveer in plaats een snelle e-mail te versturen.
pluimpenMaar schrijven met een ganzenpen is toch wat te omslachtig. Dus gebruik ik een balpen. Achter de computer kruip ik alleen om alles over te typen.
Op school was geschiedenis een van mijn favoriete vakken. Niet de veldslagen en de jaartallen interesseerden me, maar wat de Fransen la petite histoire noemen: de kleine geschiedenis. Het is niet interessant welke oorlog de koning heeft gewonnen. Als ik over de zeventiende eeuw schrijf, dan stinkt iedereen in mijn verhaal. Mensen wasten zich toen niet. Ze dachten dat ze van water ziek konden worden. Ze hadden ook geen perfect gebit en al evenmin een gave huid. Steden stonken als de hel wegens een gebrek aan hygiëne en riolering. Dat is geschiedenis. 

Een historisch boek schrijven is niet altijd even gemakkelijk. Je moet heel veel achtergrondinformatie opzoeken over het leven van de mensen in het land waar het verhaal zich afspeelt.

Waar schrijf je?
Ik schrijf het liefst in mijn tuin in de zon, maar het kan ook gewoon in de woonkamer of op de trein.inktpotje.jpg

scheurrand
scheurrand